Flexibiliseren van onderwijs is als een matroesjka-poppetje. Je denkt dat je klaar bent met de basis maar er komen steeds weer nieuwe vragen.
Zijn de visie en kaders net helder en denk je. ‘aan de slag met het (her)ontwerpen van modulair onderwijs!’. Dan blijkt dat je er toch nog niet bent. Want er zijn zoveel manieren waarop je modulair onderwijs kan vormgeven. In dit artikel lees meer over enkele opties en afwegingen.
Drie manieren van modulariseren
Er zijn grofweg drie manieren waarop je modulair onderwijs kunt vormgeven. De opbouw is concentrisch (1 ), lineair (2) of als losse modules (3).
Lineair
Concentrisch
Losse modules
Concentrisch modulair onderwijsprogramma
- Je biedt modules op meerdere niveaus aan. Bijvoorbeeld:
- Modules voor startende studenten
- Modules voor gevorderde studenten
- Modules voor beroepsbekwame studenten
- Wanneer je ook met een rubrics werkt, kan de student kiezen welk niveau module het beste aansluit bij de aanwezige voorkennis.
- Dit vergroot eigenaarschap bij de student en maakt meer maatwerk mogelijk (versnellen of herhalen).
- De werkprocessen komen steeds terug in de modules, waarbij de complexiteit, mate van zelfstandigheid, integraliteit en transfert telkens toeneemt
Veel opleidingsteams passen een combinatie van deze 3 vormen van modulair onderwijs toe.
Concentrisch modulair onderwijsprogramma
- Het onderwijsprogramma is uitgewerkt in een keten van volgordelijke modules. De student kan module 2 alleen doen als module 1 is afgerond enz.
- De bouwen op elkaar voort en de student doorloopt de modules in een vaste volgorde om uiteindelijk een certificaat of diploma te halen.
- Er kunnen meerdere ‘ketens’ met modules in een opleiding voorkomen. Bijvoorbeeld modules die horen bij een thema, leerlijn of beroepstaken.
Onderwijsprogramma met losse modules
- Volgordelijkheid kan ook nadelen hebben en flexibiliteit in de weg staan.
- Met name voor studenten die veel voorkennis/ervaring meenemen, zoals de LLO-doelgroep, kan een aanbod met losse modules ideaal zijn om:
- snel aan te kunnen tonen wat de student al kan/weet/beheert, zodat dat niet nog een keer hoeft
- modules te kiezen die het beste aansluiten bij waar de student op dat moment aan toe is. Bijv. gelinkt aan de werkzaamheden die op werk actueel zijn.
- Belangrijk is dat er geen (zo min mogelijk) ingangeisen gesteld worden aan de modules. Anders wordt het toch weer een vorm van lineair, volgordelijk onderwijs.
- Vooral in LLO-trajecten kom je deze vorm van modulair onderwijs veel tegen.
